woensdag 9 december 2015

vrijdag 30 oktober 2015

Wie is de baas?

Wie is de baas, wie bepalen uiteindelijk hoe en in welke richting onze kinderen zich ontwikkelen?
Volgens de laatste berichten moeten onze kinderen klaargestoomd worden voor de arbeidsmarkt. Vanaf de eerste groep van de basisschool moeten ze Engels leren en vooral digitale vaardigheden. Dat kinderen vaardig worden in het gebruiken en hanteren van de sociale media met bijbehorende apparatuur lijkt mij vanzelfsprekend. Maar dat gaat meestal spelenderwijs. Nee, ze moeten ook leren programmeren en aan het bord hangt wat een algoritme is. Namelijk een set instructies, die je uit moet voeren om een bepaald resultaat te bereiken. Dat is computertaal en dat stimuleert het logisch denken. Ik herinner mij de filosoof, die een prima idee “om kinderen met elkaar in een dialogisch gesprek meningen en ideeën te laten uitwisselen” verving door het leren argumenteren. Ook dat is volgens vaste regels een gesprek voeren. Het is niet het in een kringgesprek uitwisselen van verhalen en persoonlijke ervaringen. Waar is de magie, de verbeeldingskracht, die het kind nodig heeft om binnen een complexe samenleving staande te blijven en een eigen weg te volgen, gebleven? De maatschappij vraagt blijkbaar om kinderen, die volgens door haar bepaalde algoritmen de prestaties leveren waar die maatschappij behoefte aanheeft. Niet alleen de kinderen, maar ook de ouders moeten voldoen aan de eisen, die een op prestaties gerichte maatschappij van hen vraagt. Er zijn echter geen instructies of logische argumenten voor een bevredigend leven. Het is risico’s nemen en vallen en opstaan.

De ouders gaan te gemakkelijk in dat eisende en prestatiegerichte stramien mee. Natuurlijk, zou ik haast zeggen, eisen zij dus ook prestaties van hun kind. Moeten kinderen voldoen aan hun verwachtingen. Het kind mag niet uit de boot vallen want dan heeft dat kind een probleem en wordt gediagnosticeerd.

Ik citeer Jeffrey Wijnberg, die in zijn column in de Telegraaf van maandag vijf oktober het volgende schrijft:
Kinderen van nu zouden zo verwend zijn dat zij bij een onvoldoende op school al psychologische behandeling behoeven. Wie dit beweert, heeft het zelf niet op een rijtje. Want het zijn de ouders van nu die verwend zijn; zo verwend dat zij bij elke tegenslag van hun kind volledig op tilt slaan”.
En dan volgt een Korczakiaanse uitspraak:”Kinderen zijn van nature namelijk veerkrachtig; na een val en een flinke huilpartij pakken ze de draad van het leven weer gemakkelijk op”. Tenslotte eindigt hij met “Een verrot, verwend kind bestaat niet; alleen bij de gratie van een ouder die zelf het rechte spoor bijster is.”
Korczak zegt: een kind heeft het recht te zijn zoals het is. Het kind heeft recht op respect, om zich te ontwikkelen, om te leven en verdriet te hebben, om risico’s te nemen en fouten te maken. Laten we dus het bedrieglijke verlangen naar perfecte kinderen afzweren.

Maar wat doen wij? In een samenleving, die de economie en het consumentisme centraal stelt. Waar alles moet wijken in het belang van de groei. Waar  kansen  benut moeten worden om te groeien, om wereldwijd bij de besten te behoren, om steeds meer te produceren. In zo’n samenleving raken we het spoor bijster en verliezen het belang van het kind uit het oog. We degraderen het tot product. En dus zijn verwende eisende ouders en prestatiegerichte politici de baas.

Wie zouden er dan de baas moeten zijn? Korczak heeft daar wel een antwoord op. Volgens Korczak is het belangrijk als ouders ook van hun kinderen leren en met name oog hebben voor het eigene waarmee het kind op de wereld komt. Het is belangrijk een omgeving te creëren waar het kind binnen bepaalde grenzen - natuurlijk is het van belang dat ouders zorg dragen voor orde en veiligheid - zeggenschap heeft over het creëren van een eigen wereld. Op basis van eigen verwachtingen de specifieke vaardigheden en mogelijkheden waarover hij of zij beschikt kan ontwikkelen. Ouders en opvoeders moeten met het kind samenwerken en hem of haar als mondig mens respecteren.
Helaas ontkomt niemand  aan het economisch groeiscenario dat ten grondslag ligt aan onze maatschappij. Het is roeien met de riemen, die we hebben, en dweilen met de kraan open.

Desondanks is er hoop. Het hier geciteerde citaat gaf de eeuwig met zichzelf worstelende en miskende Vincent van Gogh hoop en vertrouwen.
Ze probeerde hoop en vertrouwen te hebben, al was het moeilijk te geloven dat de toekomst iets anders zou brengen dan de oogst van het zaad dat ze voor haar ogen had zien zaaien. Maar er is altijd zaad dat stilletjes en ongezien wordt gezaaid, en overal komen prachtige bloemen op buiten onze plannen en werkzaamheden om. We maaien wat we zaaien, maar de Natuur heeft meer liefde en bovendien gerechtigheid, en geeft ons schaduw, bloesem en vruchten die niet aan onze plannen ontspruiten.(Uit Eliots Scenes of Clerical Life in De Biografie Vincent van Gogh)


Jan van der Born

donderdag 29 oktober 2015

Een eigen thuis


Ieder mens heeft recht op een eigen thuis, een eigen plek. Lees dit geweldige verhaal van Guus Kuijer.



Omstreeks het jaar 1930 was ik een kleuter. Ik woonde in Amsterdam in een leunstoel. Mijn vader en moeder woonden in het bovenhuis dat om mijn stoel was heen gebouwd.
Er waren ook nog drie oudere zussen en een baby-broertje, maar die heb ik weggedacht. Want al die mensen in dat kleine huisje, dat was me te veel. Mijn zussen en mijn broertje zie je dus niet, want als ik mensen wegdacht, waren ze echt vertrokken.
Iedereen meende dat ik gauw dood zou gaan. Ik haalde soms moeilijk adem. Dan piepte het akelig in mijn keel.
Maar doodgaan deed ik niet, want vanuit mijn leunstoel keek ik over de daken naar het Luchtpark.
In het Luchtpark was het ruim en fris en er was lucht. Veel lucht. Het was maar goed dat het Luchtpark zo dichtbij was. Als mijn ouders ervan hadden geweten, waren ze misschien niet zo ongerust geweest.

Lees verder door op deze link te klikken:  Ik woonde in een leunstoel.

vrijdag 4 september 2015

Oorlogskinderen


Twee indringende boeken over kinderen in de tweede wereldoorlog. "De boekendief" is geweldig geschreven. Als je eenmaal begint laat het boek je niet los. Ook de opzet en lay-out zijn heel bijzonder. Het boek speelt zich af in een plaatsje in Duitsland. Liesel is de hoofdpersoon. Zij gaat naar een pleeggezin, omdat haar ouders verdacht worden van communistische sympathieën. Ze trekt daar op met haar vriendje Rudy. Boeken en woorden helpen Liesel om te overleven. Rudy's grote voorbeeld is Jesse Owens. Haar pleegvader en later oom Max zijn Liesels steun en toeverlaat. Zij leveren de woorden. Aan het eind van de oorlog wordt het dorp gebombardeerd, waarbij veel mensen omkomen. Het verhaal wordt vertelt door de Dood.

"Als je het licht niet kunt zien" gaat over Marie-Laure, die blind is en opgroeit in Parijs, en over Werner, die opgroeit in een weeshuis samen met zijn zusje Jutta in een mijnstadje in Duitsland. Werner blijkt zeer intelligent op het gebied van wiskunde en met name radiotechniek. Een hoge officier ontdekt dat en zorgt er voor dat hij een opleiding voor officier mag volgen. Jutta ziet dat als verraad en als Werner aan het eind van de oorlog naar het front moet raakt hij steeds meer met zichzelf in de knoop.
Marie-Laure wordt op haar zesde jaar blind. Haar moeder is overleden en haar vader steunt haar zoveel hij kan. Hij voorziet haar van boeken in braille en maakt een maquette van de omgeving, zodat ze thuis kan oefenen haar weg te vinden voor ze daadwerkelijk met haar stok naar buiten kan. Vanuit Parijs, dat gebombardeerd wordt, vluchten ze naar Saint-Malo waar familie woont. Ook hier bouwt vader weer een maquette van de omgeving voor Marie-Laure. De opa van Marie-Laure verzorgde voor de oorlog radio-uitzendingen, die ook door Jutta en Werner werden gehoord.
In Saint-Malo komen uiteindelijk alle wegen bij elkaar en vindt de ontmoeting tussen Werner en Marie-Laure plaats.
Als Werner een meisje in dat zelfde Saint-Malo ziet schommelen wordt de knoop ontwart. Anthony Doerr schrijft:

Het meisje klimt op de schommel en slingert heen en weer terwijl ze haar benen strekt, en bij Werner, die naar haar kijkt, gaat er van binnen een luikje open. Dit is het leven, denkt hij, dit is waarom we leven, om zo te kunnen spelen op een dag waarop de winter eindelijk zijn grip verliest.
-hij is een jongetje op zijn zolderkamer, dat zich vastklampt aan een droom,die hij niet wil loslaten,.....

Aan het eind van haar leven denkt Marie-Laure na over wie haar ontvallen zijn. Dit citaat, in iets aangepaste vorm, lijkt mij een mooie afsluiting:
Misschien stropen hun geesten wel in hele hordes de lucht af, als zilverreigers, als sternen, als spreeuwen? Misschien vliegen er wel enorme vliegtuigen vol zielen rond, vervaagd maar wel hoorbaar, als je maar goed genoeg luistert? Ze zweven boven de schoorstenen, rollen over de trottoirs, glijden door je jas en je trui, borstbeen en longen en komen er aan de andere kant weer uit, de lucht een bibliotheek vol boeken waarin elk leven dat is geleefd, elke zin die is uitgesproken, elk woord dat is uitgezonden nog weerklinkt.
       Elk uur, denkt ze, valt er iemand weg die zich de oorlog nog kan herinneren.
       We herrijzen in het gras. In de bloemen. In liedjes.

Zou de dood, die het verhaal van de boekendief vertelt, hier het antwoord op weten?


dinsdag 18 augustus 2015

Over overleven

© ANP. Kinderen in het Getto van Warschau op een archieffoto uit 1939.


‘Over overleven’ gaat over het leven in een ontluisterende en levensbedreigende wereld. Over twee boeken, waarin vertelt wordt hoe twee kinderen Mika en Aron moeten zien te overleven in het getto van Warschau. Beiden ontmoeten Janusz Korczak en de kinderen in zijn weeshuis.


Het staat in ons geheugen gegrift: op 6 augustus 1942 worden Janusz Korczak, zijn medewerkers en 200 weeskinderen vanuit het getto in Warschau gedeporteerd naar het vernietigingskamp Treblinka, waar ze twee dagen later worden vergast. Korczak zelf weigert zijn kinderen in de steek te laten en vergezelt hen tot het bittere eind.


Ook Korczak moet in zijn kindertijd al zien te overleven. René Görtzen schrijft over de jeugd van Janusz Korczak (zijn eigenlijke naam: Henryk Goldszmit): ”Henryks kindertijd kenmerkte zich voor een deel door eenzaamheid en angst, mede veroorzaakt door het geringe respect waarmee zijn ouders hem bejegenden. Zijn blijde dagen hingen meer af  van wat er in hem gebeurde dan van wat er om hem heen plaats vond. Hij kon uren lang in zijn eentje spelen, weggekropen voor zijn omgeving. Als kind leerde hij al door middel van dagdromen en fantasieën over een denkbeeldig leven zijn eigen leed en de eenzaamheid van zijn kinderjaren te verzachten.”


Dat verlangen naar een ander leven krijgt concreet vorm in het werk en leven van Korczak. Verbeelding, fantasie en onze dromen helpen ons het leven door. Helpen ons te overleven. Zelfs met de dood voor ogen houdt de droom van een “beter leven” ons staande.


Ook in het getto van Warschau, waar Joden worden opgesloten om vandaar naar de gaskamers te worden gestuurd, weten kinderen te overleven.


woensdag 5 augustus 2015

Pedanterie

Citaat uit de "Wereld als wil en voorstelling" van Arthur Schopenhauer:

"Wanneer er, vooral in politieke aangelegenheden, gesproken wordt over dogmatici,theoretici, intellectuelen enzovoort, dan worden daar pedanten mee bedoeld, dat wil zeggen lieden die hun zaken wel in abstracto, maar niet in concreto kennen. Abstraheren betekent het wegdenken van nadere bepalingen; maar in de praktijk komt het juist heel vaak op die nadere bepalingen aan."

N.B. Een pedant persoon gaat volgens Schopenhauer altijd uit van algemene begrippen, regels en maximes en wil zich daar dan ook exact aan houden, in het leven, in de kunst, ja zelfs in het ethisch welvoeglijk gedrag.


Ik zal daar wat mee geworsteld hebben. In de opleiding: hoe vertaal je al die prachtige theorieën voor je studenten naar de praktijk. Bij mijn studie: hoe zet ik die abstracties om in concrete voorstellingen. In mijn boek over dagbesteding, waarin ik het zoeken naar betekenis in concrete verhalen en situaties van mensen als uitgangspunt neem voor de hulpverlening.
Voor mij slaat Schopenhauer hier de spijker op zijn kop.


maandag 29 juni 2015

De kracht van verbeelding





Het gaat altijd om verbeelding. Verbeelding creëert de speelruimte om vorm te 
geven aan wat je het meest eigen is. Om een bevredigende relatie te vinden met wat 
er in de wereld op je afkomt. Dat is vaak niet niks. Christel, een meisje van 13 jaar, 
zit thuis. Ze wordt door haar klasgenoten gepest lees ik in de Telegraaf van 10 juni. 
Een interview door Vera van Winkelen met Christel en vader Lars. Vader Lars heeft 
met Christel het bouwen en inrichten van elfenhuisjes in het Rijswijkse bos 
bedacht. 

Op haar facebook-pagina "fantasy forest" vraagt Christel zich af of de mensen wel weten 
dat er in het Rijswijkse bos een klein huisje heeft gestaan op de plek waar nu een 
opgedroogd poeltje is. Vroeger, schrijft ze, deed het verhaal de ronde dat daar een 
heel oud vrouwtje woonde. Nu wonen op die zelfde plek de elfjes. De magie is daar 
nog niet verdwenen. Vroeger wist men wel dat het een speciale plek was. De 
prachtige tuin van toen is nu een bos geworden met oude woeste bomen waar de 
elfjes nooit weggegaan zijn.

Dat is nu de fantasiewereld van Christel. In dat bos bouwt ze met haar zusje en 
vriendinnen de elfenhuisjes.

Christel is er met behulp van vader in geslaagd een eigen wereld in te richten, 
waarin ze gewaardeerd en gerespecteerd wordt. Een magische wereld waar de elfjes 
tot leven komen. Ik citeer: Ze verzamelt takjes en bladeren voor een dak. Een rijtje 
beukennootjes markeert het pad naar een voordeurtje van schors. Verderop hangt 
een schommeltje in een boom. Alles is in miniatuur gemaakt van materiaal dat het 
bos haar schenkt.

Christel doet dat niet alleen voor zichzelf, maar ook om de fantasie te prikkelen van 
jonge kinderen die de bouwsels tegenkomen.

Ook ik heb ervaring met het creëren van een dergelijke wereld. Bij ons in het park 
staat een boom met aan de voet een uitsparing in de schors in de vorm van een 
deur. Kinderen hebben daar een knop in gedraaid en sinds kort zit er ook een klein 
nummerplaatje op. Daar kun je hele verhalen bij verzinnen. Wat ik ook gedaan heb, 
evenals waarschijnlijk veel kinderen.



Helaas zijn de bouwsels van Christel niet veilig en worden vernield. Ook hier biedt 
de fantasie uitkomst. Het probleem kan binnen de wereld van "fantasy forest" 
worden opgelost. 

Christel schrijft over een brief, die ze van haar elf Afriel ontving en die nog steeds 
vertrouwen heeft in de elfenhuisjes bouwers, hoewel ze wel geschrokken is.
Ze schrijft Christel dat ze de narren, die in dat slopen van de droom de grootste lol 
hadden, niet tegen konden houden. Net nu de elven vertrouwen in de mensen 
kregen en zich durfden te laten zien. Die mensen noemen wij, schrijft Afriel, mad 
dilicatus, maar jullie noemen ze boosaardig. Ze vraagt zich af waar toch die fout in 
de mens zit?

Afriel vertelt en ik citeer nu letterlijk:
Mijn opa die onze meester is op de elfen school vertelde mij dat het komt omdat bij 
sommige mensen het gevoel ontbreekt om trots te kunnen zijn op een ander. En 
dat sommige mensen het eng vinden mooie gevoelens te zien. Hij vertelde dat er 
mensen zijn die een blad alleen groen zien maar niet het patroon er van. 
Dus eigenlijk is het best zielig voor die mensen. Ik hoop je gauw weer tegen te 
komen in het bos, zodat ik naar je kan spieken achter de bladeren.
groetjes en een hele grote knufel als ik even groot als jou was. Afriel

Het gezamenlijke sprookjesbos vormt voor vader en dochter ook een aanleiding om 
over de problemen te praten. Iets wat vaak niet goed lukt en je dus niet weet wat er 
in je kind omgaat.

Dit indrukwekkende voorbeeld laat zien hoe belangrijk het is om de eigen 
werkelijkheid van kinderen serieus te nemen, Zolang ze zich daar niet in verliezen 
bevordert dat hun gevoel van eigenwaarde en stimuleert het gesprek tussen ouders 
en kinderen.

In "Onder vier ogen met God" eist Korczak in het "Gebed van een opvoeder" van 
Met opgeheven hoofd eis ik, want het is niet meer voor mezelf.
Wees het lot van de kinderen gunstig gezind, ondersteun hun inspanningen, zegen 
hun streven.
Leid ze niet langs de gemakkelijkste weg, maar langs de mooiste.

En is het niet de magie van de elfen der verbeelding, die hen daarbij de weg kan wijzen.
Dit is het verhaal van Christel. Ook de foto van het elvenhuis is van haar. Zij heeft 
zelf toestemming gegeven om haar verhaal verder te verspreiden. Dus bij deze 
bedank ik haar daarvoor.

Jan van der Born, Alkmaar

Informatie over Korczak is te  vinden op de site van de Korczak stichting.

maandag 8 juni 2015

Waterlooplein


Kerst met uitzicht op Pasen op het Waterlooplein in Amsterdam


Eénwording



Kerst is het feest van het licht. Het licht in de duisternis opdat licht en duisternis zich met elkaar verzoenen. Het gaat om het verzoenen van tegenstellingen: man-vrouw, goed-kwaad, zwart en wit, onbewust (Shiva)-bewust (Shakti), wat nog ongevormd is (Shiva) en wat gevormd wordt (Shakti). Verschillende energieën, die met elkaar verbonden en overwonnen moeten worden, uitgebeeld in de dans van Shiva en Shakti. Het is de liefde, die tegenstellingen overwint. Hier uitgebeeld door de liefde tussen Krishna en Radha, die versmelten tot een eenheid.
Met ons zwakke lichtje van ons vage bewustzijn gaan we het grote licht tegemoet. Het paar, detail uit een schilderij van Edward Munch "In to the forest", zal verdwijnen in het bos, het gevaarlijke onbekende, en dan? Zullen ze het licht vinden? Zwart en wit tot een eenheid smeden door het rood van de liefde? Met kerst hoeven we niet te zoeken, want het komt ons van uit de hemel tegemoet begeleid door het gezang van de engelen.

Een gedicht van Thé Lau:

TEMPEL DER LIEFDE


Welkom, welkom in de tempel der liefde
huis zonder genade, huis zonder gebod
Welkom, welkom, welkom in de tempel
Welkom, welkom in het huis van genot

Verlangen geplooid in dauw en in honing
de V van verlangen gespreid op satijn
Liefde loont niet, is haar eigen beloning
zo staat het geschreven in haar vloeiende lijn

Gewelfd en gekromd in gespannen verlangen
zon en maan zwijgend, in teder geweld
verstrengeld boven standen en rangen
Geloof me, ik heb de dagen geteld

Haar vingers spreken de taal van de liefde
de dauw en de honing bedwelmend en zacht
haar lippen verfijnd en geverfd met een gloed
van de zachtheid en met de gloed van haar kracht

Haar haar is gelokt tot haar hart wordt bestegen
de blik in haar ogen gericht en verlicht
Verstrengel met mij boven wetten en wegen
zing samen met mij het liefdesgedicht 

Ik heb niet van alle afbeeldingen de makers kunnen achterhalen. In ieder geval ben ik schatplichtig aan Gianni De Conno, Trendy Traveler, de Methodist collection en Exotic India.


De molenaar



In het parool van 13 januari stond een artikel over Ton van Kampen (68), de enige beroepsmolenaar in Amsterdam, die nu met pensioen is. In dat artikel zegt hij naar aanleiding van het feit dat er in de molen ook wordt getrouwd het volgende:
"Dat (trouwen) gebeurt zo'n 120 keer per jaar, soms wel vier keer op een dag. Het was voor mij als christen wel even slikken toen er ook homo's trouwden. Maar ik was er altijd bij. Op die dagen trok ik een pak aan, met op mijn stropdas een molentje."

Charlie



Men zegt, dat de spraak onder controle krijgen het meest moeilijk is. Het is niet gemakkelijk een lange conversatie te houden, woorden te uiten gevuld met betekenis en verrukkelijk voor wie toehoort. Goed gesproken woorden kunnen veel goed doen. Ook kunnen kwaadaardige woorden de oorzaak van kwaad zijn. Een woud dat doorstoken is door pijlen of neergesabeld is met hakmessen kan opnieuw aangroeien, maar het hart dat gewond is door kwaadaardige woorden kan zich nooit herstellen. Wapens zoals pijlen of werpspiesen kunnen makkelijk uit het lichaam getrokken worden, maar een woorddolk die diep in het hart gestoken wordt, kan er nooit meer uitgenomen worden. Woordpijlen afgeschoten uit de mond zijn verschrikkelijk. Geraakt door deze lijdt de mens dag en nacht. Een geleerd man zou dergelijke pijlen niet moeten afschieten, want raken zij niet aan de zeer vitale delen van anderen?
Mahabharata, SA Uitgeverij blz. 350
NOOIT, NOOIT, NOOIT mag geweld in welke vorm dan ook het antwoord zijn op de overtuiging van een ander en NOOIT, NOOIT, NOOIT mag een overtuiging het motief zijn om geweld te gebruiken.
In "Kom bevrijden" dicht Huub Oosterhuis vrij naar Paul McCartney "Blackbird singing in a dead of night":
Vogel zingend in de dode nacht
met gebroken vleugels
vlieg omhoog, probeer -
levenslang heb je gewacht
op het ogenblik dat je verrijzen zou
uit deze nacht.

Leven



Dapper het leven
dat zich niet laat begrenzen

De schaduw



De schaduw is een vaak verdrongen deel van de persoonlijkheid. naast een negatieve beangstigende kracht is het ook een positieve creatieve kracht. Door het licht van het bewustzijn er op te laten schijnen kan de schaduw een verrijkend deel van onze persoonlijkheid worden.
Een droom van Jung (Herinneringen, dromen, gedachten blz. 82)
Het was nacht, ik was in een onbekende omgevingen ik kwam slechts moeizaam tegen een geweldige stormwind vooruit. Bovendien heerste er een dichte mist. Ik hield en lichtje vast dat ik met beide handen beschermde; het dreigde ieder moment uit te doven. Alles hing ervan af dat ik dit lichtje brandende hield. Plotseling had ik het gevoel of ik door iets achtervolgt werd. Ik keek achterom en zag een reusachtige grote, zwarte gestalte achter me aankomen. Op hetzelfde moment was ik me echter bewust - ondanks mijn schrik - dat ik zonder me te bekommeren om alle gevaren mijn kleine licht moest redden, door storm en nacht heen. Toen ik ontwaakte wist ik onmiddellijk: het is het ‘Brockengespenst’ (halo), mijn eigen schaduw op de wervelende nevelslierten - veroorzaakt door het lichtje dat ik voor me uitdroeg. Ik wist ook dat dat lichtje mijn bewustzijn was; dat is het enige licht dat ik heb. Mijn eigen inzicht is de enige en grootste schat die ik bezit. Het is weliswaar oneindig klein en kwetsbaar in vergelijking tot de machten der duisternis, maar het is nu eenmaal toch een licht, mijn enig licht.
Een Brockengespenst is de schaduw van de waarnemer, die op een nevel- of wolkenlaag valt. Het lijkt dan alsof het ‘spook’ beweegt en los komt van de grond en zweeft.

Shiva's kosmische dans



Shiva danst,
danst sterren aan de hemel
planeten en kometen
Moeder aarde en haar kroost.

Al wat leeft
al wat komt en gaat
draait, draait tot in eeuwigheid.

Blijf dansen
houd stand
laat niet vallen wat je begon.

Dans, dans, dans
onvermoeibaar
elke pas in evenwicht
kwetsbaar evenwicht.

Houd ons leven vast
in de pas.

Wek ons, verwek ons.

Laat het rad draaien
draaien, draaien
elk nieuw leven
elke nieuwe cyclus.

Shiva danst
danst ons
danst Leven.


De heksenboom



De Heksenboom van Zwarte Kaat
Eind 16e begin 17e eeuw wordt de Kempische bevolking geteisterd door een bende. De leiding van deze bende ligt in handen van de Rossen Bruno en zijn vrouw Zwarte Kaat. Zij hebben een tijdlang hun hoofdkwartier in Hellenend, een klein gehucht tussen Bladel en Hulsel. Bruno, Kaat en hun trawanten stelen zo veel ze kunnen bij de rijken in de omgeving. Zo ook bij Dirk Ten Vorsel die met zijn jonge gezin woont op de hoeve Ten Vorsel, even ten zuiden van Bladel. Bij een overval op de dag van Driekoningen in 1596 neemt Zwarte Kaat zelfs de pasgeborene van Dirk mee. In de veronderstelling dat Dirk Ten Vorsel het leven heeft gelaten tijdens de overval vertrekt de bende voor lange jaren naar Duitsland. Na 18 jaar komen ze terug en verblijven weer in Hellensend. Toen bleek dat Dirk nog leefde besloten ze hem te vermoorden. Thomas, de ontvoerde zoon van Dirk, beseft te laat dat het zijn vader is die vermoord wordt. Hij verlaat de bende en Kaat probeert ook hem te vermoorden. Dit mislukt en Kaat en haar bende worden met medewerking van Thomas en zijn oudere broer uiteindelijk opgepakt en veroordeeld tot de dood. Zij wordt begraven zonder grafsteen maar wel met een heester op het graf. Die heester is nu nog steeds te bewonderen als de Heksenboom op Ten Vorsel, net ten zuiden van Bladel. 
Helaas is de beuk in werkelijkheid uit ongeveer 1890, maar ja een betoverde boom is een betoverde boom...
Op het plein voor de VVV in Bladel is in een muurtje een kleine gedenkplaat gemetseld met daarin de beeltenis van Zwarte Kaat.
Mooi verhaal toch?

Lucebert tentoonstelling



'alles wat mij maar invalt schilder ik, ik teken en schilder van alles op alles, alle opvattingen waardeer ik gelijkelijk, tussen motieven maak ik geen keuze en ik streef niet naar syntheses, tegenstellingen blijven bij mij rustig aangesteld en terwijl ze elkaar weerstreven, pleeg ik geen verzet, blijf ik buiten schot en beleef de vrijheid die alleen zij mij aanreiken, mijn schilderijen, mijn gedichten, deze gelukkig makende speelplaatsen waar geen wippen schommels verdringen, waar in zandbakken sahara's en grote oceanen samenvallen.' (Lucebert, in: Lucebert in het Stedelijk, Stedelijk Museum Amsterdam, 1987)
NB. Tekening door mij gemaakt naar aanleiding van het bezoek aan de Lucebert tentoonstelling in Museum Kranenburg Bergen NH. Nog te bezoeken tot 12 april.

De geboorte van Brahma



Vishnu gives birth to Brahma


Vishnu, één van de centrale goden van de Hindoes, doet binnen elk gematerialiseerd universum De Schepper Brahma het licht zien. Binnen elk universum schept en vernietigd Brahma alles binnen dat universum duizenden keren opnieuw. Er zijn miljarden van deze gematerialiseerde universa.
De kern is dat alles voortdurend veranderd. Alles is voortdurend in beweging. Niets staat vast. Elke dag is dus met recht een nieuwe start vol nieuwe mogelijkheden en kansen. Onze waarneming gaat uit van de illusie dat alles wat we zien en denken waar is. Maar wat waar is duurt nog geen duizendste seconde.
De kunst is de balans tussen opbouwen en afbreken te vinden en steeds naar nieuwe wegen te blijven zoeken.

Parijs: grafrede voor een tas



Parijs je bent groots, fascinerend, overweldigend en druk, o zo druk. Gewriemel als een mierenhoop. Rond je triomfboog draaien auto’s, bussen, motoren, scooters en een enkele fiets hun pirouettes. Dansen hun dans macabre. Verschijnen als een bliksem op het toneel. Als een pijl uit een boog schieten ze weer weg naar een onbestemde verte. 

Zo verdween jij, mijn tas, eveneens in nog geen seconde van het toneel. Geamputeerd en verbijsterd liet je me achter. In een onbestemde verte ben je verdwenen. Waar zwerf je nu rond? Hebben ze je inhoud verspreid? Mijn mobiel, mijn rijbewijs, mijn portemonnee door andere handen bezoedelt. Waren jullie nog de moeite waard of zijn jullie gedumpt in een afvalbak? Of drijven jullie met de stroom van de Seine mee? Dat heeft dan nog wel wat romantisch. Weg, ver weg zijn jullie, niet meer te traceren. Parijs je bent wreed. Je hebt een deel van mij weggenomen. Nooit komt mijn tas meer terug. Mijn onvervreemdbaar, maar toch vervreemdbaar bezit. Met pijn in mijn hart heb ik afscheid van je genomen Parijs. Mijn tas, zij rust in vrede.

Musée d'Orsay Parijs



De seine is gesloten





Witte zwanen, zwarte zwanen.

Kom naar de Lichtstad varen!

De Lichtstad is gesloten

met honderd-duizend sloten.

De sleutels in het water.

Dromen van eeuwige liefde, maar later……

moeten we ze stutten,

als ze verdampen en verwateren.

En de Seine……

zij stroomt tijdloos voort.

Ongezien



We zijn in Parijs en drinken als afscheid nog een kopje koffie op een terras tegenover Gard du Nord. Er sloft een zwerfster voorbij. Moeizaam sleept ze haar "hebben en houden" gewikkeld in doeken met zich mee. Even verderop gaat ze midden op het trottoir liggen en maakt het zich 'gemakkelijk'. De mensen stappen over haar heen en besteden aan haar verder geen aandacht.

Ik kijk naar de documentaire "Om de oude wereldzee". Daarin wordt de reis van Abraham Kuyper door de landen rond de Middellandse zee begin 1900 in beeld gebracht en vergeleken met de situatie in die landen vandaag de dag. Dat levert schokkende beelden op.
Toeristen op pelgrimstocht in het heilige land lopen Jezus in zijn voetsporen volgend Jeruzalem binnen. Geëmotioneerd vertellen ze over het lijden van hun Heiland, waarmee ze zich identificeren. Voor de poort zit net als in de tijd, waarin Jezus leefde, een bedelaar. Zijn bedelnap is het onderste deel van een plastic fles. Hij heet de pelgrims welkom. De pelgrims lopen door en besteden

Verwarming met vis


Droom


Door de lucht